Dubbeldikke pannenlappen

Van alle pannenlappen die ik in mijn leven heb gehad, zijn deze pannenlappen de beste. Sinds ik deze gebruik heb ik geen enkele keer meer mijn vingers gebrand tijdens het eten koken. Ze zijn lekker dik en toch soepel en super gemakkelijk om te haken.

Benodigd: 1 haaknaald 4,5 mm en katoenen garen dat geschikt is voor haaknaald 2,5-3,5 mm. De pannenlappen worden gehaakt met een dubbele draad.

Je begint met het opmeten van de lengte van je hand. Dit is belangrijk, want de lossenketting die je opzet, moet iets langer worden dan de lengte van je hand. Het resultaat is dat je pannenlap mooi past bij de grootte van je hand.

Daar gaan we:
Zet met een dubbele draad een lossenketting op die 3 à 4 cm langer is dan je hand + 2 extra keerlossen.
1e toer: 1 vaste in de 2e losse vanaf de haaknaald. In elke volgende losse haak je 1 vaste. In de laatste losse haak je 2 vasten. Zie de pijl op foto 2 .

Aan de andere kant van de opzetlossen terug haken. Zie de pijl op foto 3.

1 vaste in elke volgende steek haken. Zie foto 4.

In de laatste steek 2 vasten haken. Zie de pijl op foto 5.

In alle volgende toeren steek je in de achterste lussen. Zie de pijl op foto 6.

Je ziet dan de voorste lussen op een rijtje naast elkaar. Zie de pijl op foto 7.

Je haakt nu aldoor 1 vaste in elke vaste. Je hoeft nergens meer te meerderen.

Als je een aantal toeren hebt gehaakt, zul je zien dat de einden gaan omkrullen, dat is precies de bedoeling. Zie de pijl op foto 8.

Gewoon door blijven haken.Als de twee zijden goed tegen elkaar komen, dan ben je klaar. Knip de draad af en zorg dat je een lang stuk draad hebt om de naad dicht te naaien, 4x de diagonaal. Zie foto 9.

Tot slot een rand vasten rondom de pannenlap en ophanglusjes haken. Tijdens het omhaken de pannenlap regelmatig even plat neerleggen en controleren of je nog steeds rechtdoor haakt.

Veel haakplezier en kookgenot, Catherine.